Urban China

3 mei 2012, Sjanghai
Niks gezien…
Nou, daar lig ik dan op een zeer comfortabel bed in een nogal schizofreen hotel: heel hippe inrichting, luxe mooie badkamer maar afgeleefde muren en een defecte lamp in de badkamer. Oh ja, en psychedelisch aandoende muren in de gangen in zwartwit met glitter.

De hele rit van de luchthaven was snelweg dus ik heb nog niets kunnen zien, anders dan hoogbouw. Morgen maar eens zien, het is tenslotte al na middernacht…

De vlucht was in ieder geval comfortabel: door een snelle actie scoorde ik de enige 2 lege stoelen en had ik ruimte genoeg. En met de metro van hotel naar luchthaven was ook al een makkie: 3 haltes en maar 1 euro. Ik heb in een dag nog geen 35 euro opgemaakt, incl. taxi en metrodagkaart, en dat in zo’n dure stad, hahaha!

4 mei 2012, Sjanghai
Makkie… hoe kan dat nou?

Het tijdsverschil speelt me parten: vannacht kon ik niet slapen en vanochtend kon ik niet wakker worden. Maar eindelijk was ik dan op pad. Met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat mijn ontbijt een cranberry muffin met thee bij de Starbucks was.

De eerste rochelaar kwam ik binnen 3 seconden tegen. Dat belooft wat!

Met de muffin en thee onder de riem was ik klaar voor de enorme klus om treinkaartjes voor de nachttreinen te kopen. Mijn hotel is perfect gelegen, op loopafstand van de meeste dingen, en een paar straten verderop zit een trainticket office. Je kunt er alleen contant betalen, dus weer een paar straatjes terug naar een bank om te pinnen. Veilig met een slot op de deur. Grappig maar wel fijn omdat ik een redelijk bedrag moest ophalen.

Dus terug naar de ticket office en welgeteld 10 minuten later sta ik met de soft sleeper kaartjes van Sjanghai naar Xi’an en van Xi’an naar Pingyao weer buiten. Grappig detail, de verkoopster kende Pingyao niet en ik bleek meer te weten dan zij, haha. Het kaartje Pingyao naar Beijing kan ik morgen halen omdat ze pas 10 dagen van tevoren in de verkoop gaan. Buiten op de stoep moest ik even bekomen van het feit dat ik hiervoor een halve dag had uitgetrokken en met 10 minuten klaar was… . en wat nu?

Door naar The Bund dan maar. Deze klassiek Engelse boulevard is een uitje en enorme photo-op voor de Chinezen: fake glimlachen, peace teken met de vingers, vaak een paraplu tegen de zon boven het hoofd en nog vaker de vrouwen in avondjurken met een zwarte panty en plateauzolen. Bizar…

Overal op straat hoor je politiefluitjes: fuutfuut, niet zomaar oversteken, fuutfuut, niet met je voeten op een bankje, fuutfuut, niet bij die boom zitten.

In de warmte in de schaduw kijk ik lekker mensen, daarna koop ik bij een supermarktje cup noedels, zo’n thee-ei zoals ik laatst ook gemaakt heb (yep, smaakt hetzelfde) en een flesje sap: mijn lunch voor vandaag.

Na een korte siesta ga ik maar weer ‘s op pad…

Indrukwekkend Old Town

Vanuit het hotel loop ik richting Old Town en krijg daar volop waar voor mijn geld: krakkemikkige oude huisjes in smalle steegjes duiken op tussen de omringende hoogbouw. De smalle straatjes van de hutongs zijn precies zoals ik me het had voorgesteld. Oude mannetjes spelen op straat bordspellen terwijl anderen eromheen staan te kijken. In kleine kamertjes spelen mannen en vrouwen domino of kaartspelletjes. Hier en daar zit een oude vrouw te niksen op een krukje, even verderop borduurt een vrouw een schoen op een schoenzool?!? Moeders lopen met kleine kindjes in broekjes zonder kruis. Eentje houdt haar zoontje met z’n hele zaakje uit de spleet in de broek hangend boven een putje. Een enorme stank verraadt de gedeelde openbare toiletten in een woonstelsel waar niet iedereen eigen faciliteiten heeft. Ik zie 2x een man haren wassend boven gezamenlijke kranen en elk nauw steegje hangt vol met wapperend wasgoed. Een enkele oude dame knikt me vriendelijk toe met een zacht ni hao. Ik ben waarschijnlijk niet de enige toerist die in deze woonwijk ronddoolt, de meeste blijven echter aan de gelikte schone kant van Fangbang St. ‘t Heeft ook wel iets voyeuristisch/.Ik kijk nieuwsgierig binnen in de groezelige gangen en kamertjes en kan me hier leven niet voorstellen. De gangetjes brokkelen af, alles is smoezelig vet, de kamertjes donker en klein, van kale steen. Aan de buitenrand kom ik op een levendige markt terecht: groente, fruit, eieren in soorten en maten, levende vissen, kippen en eenden. En volop ingelegde kippenpoten, hanenkammen en ondefinieerbare zaken. Geweldig! Ik geniet!

Scooters, fietsen en karren schuifelen langs elkaar, chaos! Nog meer toiletten waar ik gelukkig niet binnen kan kijken, de viezigheid loopt over het straatje naar beneden. Aan het andere einde lijk ik op een rij marktkramen te stuiten maar het blijken droogrekken te zijn waar nog meer nat wasgoed te drogen hangt. Een hoge toren als orientatiepunt houdend werk ik me na lang rondlopen de hutongs weer uit en steek over naar het toeristische Fangbang St. Oude gebouwen met krullende daken herbergen winkeltjes met toeristische prullaria. Er zijn zoveel Chinese toeristen dat de westerlingen bijna niet opvallen. Voor 10 yuan (1,20 euro) mag ik de Temple of the town god in. Tientallen mensen kopen offerandes om deze te verbranden bij de grote vuurkorven. Dikke rookwolken kringelen omhoog. Verschrikkelijk mooi, in tegenstelling tot de vreselijk kitsche grote beelden die op verschillende plekken in de tempel staan.

‘s Avonds koelt het lekker af. Ik loop heel Fuzhou St af naar Peoples Square. Het krioelt er van de mensen. Ik heb wat moeite om te schakelen qua eten en overweeg zelfs nog even een hamburger, tot mijn oog valt op ‘rice in a stone pot’. En dat is precies wat ik bestel: vegetarische rijst in een kokend hete kleien pot met een paar bekende en wat onbekende groenten, en een soort twijgjes. Sissend plakt de rijst vast aan de bodem. Yum! De bestelde double berry chipped ice blijkt een hele karaf van goddelijk lekkere bessensmoothie. De gebakken banaantjes krijg ik gratis. Jeetje, wat ben ik blij dat ik langs die McD gelopen ben

5 Mei 2012 Sjanghai
Schrijnende taferelen en lekker integreren

Na even een broek en sokken te hebben gewassen is het tijd voor meer Sjanghai. Net als gisteravond loop ik Fuzhou Rd af richting People’s Square. Op weg naar het parkgedeelte aan de andere kant kom ik langs het indrukwekkend (communistisch aandoende) Sjanghai Museum, een log, rond en toch fraai gebouw in een soort parkje met volop mensen. Ze zitten overal op muurtjes in de schaduw maar behalve een of twee kleine kindjes waagt niemand zich op het perfect onderhouden gras. Het broodje dat ik koop is zoet en vissig, iewk! Normaliter betaal je voor parken maar hier kan ik gewoon doorlopen. Het park is overvol. Langs de lotusvijver zitten enorm veel mensen, en alle werklui die het Sjanghai Museum of Contemporary Art, mijn doel vanochtend, aan het verbouwen zijn. Helaas!

Ik besluit dus maar wat rond te wandelen en stuit onverwacht op een enorme mensenmassa. Allemaal mensen zitten met volgeschreven blaadjes voor zich op staande tasjes en doosjes. Hier en daar zijn mensen in verhit gesprek. Na me door honderden mensen gewurmd te hebben, zie ik ineens allemaal advertenties met foto’s hangen en snap het schrijnende van deze bijeenkomst: al deze ouders zitten hier om hun zoon of dochter aan een huwelijkspartner te helpen. En het zijn er niet 10 of 20… ik heb het echt over honderden mensen die in lange rijen door het park heen zitten in de hoop een partner te vinden voor, getuige sommige foto’s en geboortejaren, soms al best oude singles. De ellende! En dit zou ik niet gezien hebben als het MOCA open was geweest.

Vervolgens waag ik me in de metro. Die is tweetalig en dus best te doen. Maar ik maak wel even gebruik van de kennis van een Duitser die ik vaardig door het menu zie klikken. Een minuut later heb ook ik het goede kaartje richting Longyuang Station voor mijn ritje in de Duitse Maglev hogesnelheidstrein. Deze trein v er bindt de stad met de luchthaven met een ritje van 8 minuten. Ter vergelijk: de taxi doet er bijna een uur over. Duur, dat wel maar dat heb ik dan ook maar eens gedaan. Een Taiwanese waar ik even mee klets laat me met een foto zien dat ie 430 km per uur kan. Vandaag haalt ie de 400 km nog niet maar je voelt de kracht, zeker als je overgeheld door bochten gaat.

Met de metro ga ik terug naar het shopping mekka East Beijing Rd, waar alle trendy merken vertegenwoordigd zijn. Hier lijken alle Chinezen geld als water te hebben. Als ik later vandaag een kaartje wil kopen voor de trein van Pingyao naar Beijing zit er een nors mens die amper moeite doet me te helpen. Gelukkig is er dan de tablet waarmee ik bij de dichtst bijzijnde wifi-spot nakijk dat er inderdaad geen softsleeper plaatsen meer zijn (dat bedoelde die vrouw gisteren waarschijnlijk ook toen ze zei: no ticket). Nog een keer naar het sjaggerijn dus om dan maar een hardsleeper te kopen. Roughin’ it, haha.

Via The Bund wandel ik terug naar het hotel… Alweer honderden Chinezen. En na twee dagen weet ik dit: duizenden jaren beschaving maar ze hebben de fatsoensnormen (Nederlandse standaard) niet uitgevonden: zo hard mogelijk de metro induwen terwijl er nog tientallen mensen eerst uit moeten: normaal. In de rij iedereen aan de kant schuiven en anderen body blocken: normaal. Bij groen voetgangerslicht de ruimte benutten om makkelijker er langs te kunnen, al schep je 5 mensen: normaal. Enorme kwatten langs iemand heenspugen met in het rond vliegende spetters: normaal (wat me enige zorg baart aangezien ik in de trein lower berths heb, haha). Uitgebreid in je neus wroeten en nog uitgebreider je vangst bekijken: normaal. Maar goed, de eerste 3 moet je even weten en dan sta je je mannetje wel. Die laatste 2 echter: IEWKKKK!!!

6 Mei 2012 Zhujiajiao
Zhujiajiao: Chinees Giethoorn

Vandaag was weer een absurd warme dag. Het kwik haalde vandaag met gemak de 32 graden en het voelde nog veel warmer. Allereerst moest ik na een flinke wandeling naar het Pu’an busstation aansluiten in een lange rij, in de brandende zon wachtend op de express bus die in 50 minuten de ca. 35 km aflegt. De eerste bus zat zo vol, gelukkig kwam er meteen erna een tweede en kon ik gewoon zitten.

Het uitzicht onderweg? Niets dan grote lelijke gebouwen, snelweg, aangelegde kanalen en industrie. Op het busstation van Qingpu stroomt de mensenmassa al gauw richting de smalle straatjes van het waterdorp. Oude fraaie gebouwtjes met mooie gekrulde daken, bruggetjes over kanaaltjes en onvoorstelbare hoeveelheden toeristische troep. Hoewel oorspronkelijk authentiek heeft het een hoog pretparkgehalte. Tegen lunchtijd komen daar de meest vreselijk ruikende snacks bij zoals een soort ham geglaceerd in glanzend bruine saus, in bananenblad gewikkeld vlees in een soort rijst-notenmengsel in idem saus. De grootste stinkerd van al: gefrituurde tofu met allerlei sterk ruikende sausjes. Ik hou het bij een sandwich met tonijn. Heel bizar: op een ciabattabroodje, haha.

De straatjes puilen uit van de mensen (zondag, wat had ik anders verwacht?). Een man op een boot vist plastic uit het water. Mooie doorkijkjes genoeg maar veel huisjes zijn nu restaurantjes dus goodbye authenticiteit, haha. Er wordt hier nog wel echt geleefd. Een straatje naar buiten en je kijkt binnen in keukentjes waar oude dames hun breiwerkjes maken, eentje heeft een groot bewerkt bed pal naast de voordeur, overal zitten locals zelf te eten en kijk je op afgebladderde emaille potten en tafels vol ondefinieerbaar eten. De bruggetjes zijn erg fraai, zelfs als er tientallen mensen op staan

Tegen de tijd dat ik wegga lopen er nog steeds stromen mensen binnen en ik denk alleen maar: weg hier. Too hot, too crowded. Natuurlijk kom ik er helemaal aan de verkeerde kant uit dus neem ik een taxi naar het busstation, die meer kost dan het retourtje Sjanghai. Decadent, maar het is echt heet!!

Jammergenoeg is er alleen een reguliere bus terug, 35 cent goedkoper maar een uur langer. Aan het einde van de middag kom ik helemaal gaar terug. Een eind van mijn hotel af. Nog een taxi dan maar. Wat ben ik blij met de airco in mijn kamer!

7 Mei 2012 Sjanghai
Pudong en French Concession

Eigenlijk wilde ik vandaag iets buiten Sjanghai doen maar met de weersvoorspelling in het achterhoofd besloot ik dicht bij de airco’s van de stad te blijven. Ik blijf moeite houden met het eten hier. Niet alleen is heel veel varken, zo staat bij Rice in a Stone Pot bijv. pork cartilage (waarbij je je mag afvragen welk kraakbeen dan wel) op de kaart of een schaaltje pigs ears, bij de supermarkt liggen vacuum verpakte kippenpoten als snacks naast de kassa en naast mijn hotel is een snackbar met gefrituurde alles… Onherkenbaar alles. Dus vandaag heb ik mezelf getrakteerd op een extreem decadent ontbijt bij Wagas, een hippe keten met Amerikaans eten. Even 9 euro voor een broodje (met rosbief en mosterdmeionaise, dat wel) met een drankje, dan moet ik wel even slikken. En je kunt er over de hoofden lopen, toeristen en Chinese kantoorwerkers. Een ijsje van de supermarkt is met 80 cent al duur, het Haagen Dasz ijsje vanmiddag was bijna 4 euro. En die mocht ik opeten op een terrasje tussen allemaal slapende Chinese vrouwen die gewoon zonder ijsje met het bovenlichaam op tafel gehangen het hele terrasje ingepikt hadden. Bijzonder.

Maar goed, na een wandeling door shoppingmekka East Nanjing Rd, met allerlei hipsters die je hier met name herkent aan enorme brillen zonder glas, nam ik de trein naar Pudong, het moderne skyskraper gedeelte waar een enorme cirkelvormige overpass gebouwd is met roltrappen voor het winkelend publiek. Hier zitten de Pearl Tower, de driepoot van het mediacentrum en allerlei andere hoge gebouwen die je voor 10 tot 18 euro van de bovenste verdieping over de stad laten uitkijken. Omdat het bloedheet en windstil is, ga ik via de Star Brand Mall, een exclusief winkelcentrum, naar de rivierboulevard voor het uitzicht op de overkant. Mooi, maar veel te warm! Ik loop dus een niet al te lang stuk boulevard voor ik terugkeer naar het metrostation. Een ijsje bezorgt me niet de gezochte verkoeling, alleen maar kramp!

Aan het einde van de middag ga ik naar wat de french concession genoemd wordt: een wijk waar vroeger de avonturiers en schurken woonden maar wat nu een hippe, trendy wijk is met allerlei kleine internationale eethuisjes, barretjes en Tianzifang. Hiervoor neem ik de metro met 2 overstappen maar dat werkt perfect. Bij metrostation Dapuqiao stap je praktisch uit voor de deur van Tianzifang, een complex van straatjes gebaseerd op oude huisjes, met allerlei hippe en trendy hebbedingen. Ik word er hebberig van (maar ik heb al genoeg en moet het anders ook nog meedragen). De eethuisjes zijn verleidelijk: Thais, Indiaas, Vietnamees,Japans. Ik kom terecht bij een geweldig leuk sushirestaurantje met donkerhouten inrichting en zalige sushi en eet voor meer geld dan de rest van de week bij elkaar. Na nog meer winkeltjes en ronddolen, niks kopen, ideetjes voor foto’s in de vele ‘art studio’s’ waag ik me weer aan de metro. Een metro waarvan nergens een kaart in ‘t pinyin te vinden is behalve in onleesbare miniatuur in het welkom-in-Sjanghai-krantje van de luchthaven. In de voorbereiding is een goede kaart printen niet onverstandig, net als zonnebrandcreme trouwens. Maar ik kom nog steeds terecht waar ik wil, haha, dus meer dan lastig is het niet… Vanavond maar eens vroeg slapen want morgen is mijn een na laatste kans om de ochtendgymnastiek bij dageraad te gaan bekijken…

PS In China heb je geen FB of Twitter… Gekke gewaarwording!

8 Mei 2012 Sjanghai
Fitness op de Bund

Om 5 uur ging de wekker af. Buiten kwam de regen met bakken uit de lucht, dus ik ben nog maar een uurtje langer blijven liggen. Toen ik om 7.30 uur The Bund opliep, bood de boulevard een mistroostig gezicht: plassen water overal, een kleumende politieagent bij het standbeeld van de stier, de toppen van de gebouwen in mist gehuld.

Maar op de boulevard is het druk: hardlopers, snelwandelaars, achteruitlopende mensen (evenwicht?) en vooral veel vliegeraars die gebruik maken van de koele wind. Een beetje teleurgesteld ben ik wel, want er zijn geen tai chi’ende groepen, laat staan waaierdansers. Maar dan valt mijn oog op kleurrijke beweging een verdieping lager. Een groepje dames voert dansen uit met lange fladderende doeken in helblauw. Als ik een tijdje blijf kijken wordt er al eens naar me gelachen door de leidster. Even later word ik uitgenodigd om mee te doen. De blauwe doeken worde opgeborgen en na wat basisoefeningen komen de rode waaiers tevoorschijn. Geen SLO-omslag waardige foto’s dankzij het slechte weer, de niet flatteuze joggingpakken en het net niet synchroondansen, maar wel een ontzettend mooi gezicht!

Hangzhou
Dagtripje Hangzhou

Omdat ik vanochtend toch vroeg op was, was dit een mooi moment om de lange trip naar Hangzhou te maken. De stad ligt zo’n 170 km van Sjanghai en met een expresstrein ben je er in een kleine 50 minuten maar… voor je in die trein zit! Lopen naar de metro, ca. 10 minuten, een uur met de metro naar Hongqiao, daar in een enorme massa mensen je kaartje willen kopen bij een machine, heb je na flink zoeken en internetvoorbereiding de juiste trein, kun je zonder Chinese ID-pas niet bij de machine kopen. Inmiddels heb je dan de beoogde trein al gemist. Dan moet je in een ellenlange rij, met netjes uitgeschreven welke trein, nummer, tijd, bestemming, blijkt het meisje heel goed Engels te kunnen. Heb je je kaartje, dan moet je ongeveer 4 km een immens station doorkruisen, kom je en passent je eerste hurktoilet tegen, heb je zoveel vertraging dat je moet nadenken over je lunch (die je niet durft te eten want je wilt niet naar de toiletten), dan moet je vechten om een stoel in de wachtruimte…. maar dan heb je ook wat: een ietwat smalle stoel in een trein die zeker 300 km per uur gaat, lekkere airco heeft en lekker schoon is. De omgeving richting Hangzhou is al even troosteloos en industrieel als bij eerdere tripjes. Alleen zie ik nu ook veel tuinbouw, zo ver het oog reikt soms. En hoge huizen met puntdaken die er, ook door het trieste weer, vreselijk mistroostig bijliggen.

In Hangzhou kost de toeristenbus die rondjes rijdt om het meer zo’n 35 cent per traject. Je kunt uitstappen bij de ‘attractie’ die jou aanspreekt. Ik bezoek een mooie, volkomen gerestaureerde pagode, de Leifeng Pagoda, met een lift naar de 4e verdieping en een geweldig uitzicht over het grote aangelegde Westlake. Net voor de tempel ligt een vijver met duizenden schildpadden die de mensen voeren met maiskorrels van hun eigen maiskolf. Ook dit is zo’n Chinees dagtripje waar je struikelt over de mensen, met een hoog pretparkgehalte (een lift in een pagode??). Super aangelegde parken en paden, overal toiletten (beduidend viezer dan in Sjanghai maar wel met deuren al gebruiken heel wat vrouwen die deuren gewoon niet) en rondcrossende golfkarretjes voor de minder energieke medemens. De pagode is vooral mooi voor het uitzicht, op het meer varen tientallen bootjes en boten, ook tussen de door mensenhanden gemaakte eilandjes. De mist geeft het wel extra cachet!

Ik praat hier even met Nederlanders (de eerste) waarvan de zoon in China woont met Chinese vrouw en dochtertje. Ze zijn hier voor de 5e keer en snappen niet dat ik dit in m’n eentje doe. Ohoh, wat staat me nog te wachten dan?

Aan de overkant van de weg ligt een oud Boeddhistisch klooster, de Jingci Temple. Zeker de moeite waard, met biddende mensen, monnikken in grijze gewaden en okergele kniekousen, en mooie beelden. En veel rode lampions. Een van de weinig authentieke dingen die ik tot nu toe heb gezien.

Het weer is zalig vandaag, zwaar bewolkt, wel nog 29 graden, maar zoveel minder warm dat ik weer eens lekker kan ademen! Ik loop een heel eind door de aangelegde tuinen, langs Red Carp Pond met duizenden karpers, ik zie een bruidsfotoshoot voor een tijdschrift en verschrikkelijk veel stelletjes. In het hotel kun je dit tripje dan ook boeken onder de naam Westlake amorous feelings tour. Maar ja, ik krijg ook dagelijks meerdere kaartjes van prostituees onder m’n deur door geschoven, haha.

Na nog meer wandelen door tuinen, met tempels en houten steigers in het water en mooie uitzichtjes, vind ik het genoeg. Op het station zijn de rijen weer enorm maar het gaat redelijk snel. Al met al toch nog bijna 3 uur onderweg voor ik terug ben in het hotel. Even snel mijn handen wassen en een hapje eten bij Rice in a Stone Pot, waar ik hardop lachend verwelkomd wordt. Vaste gast!

Als ik alles zo even op een rijtje zet, moet ik nu voorzichtig constateren dat China niet een land voor mij is. Ik mis het easy going gevoel van alle andere Aziatische landen die ik ken, ik vind weinig echt de moeite waard (pretparkgehalte) en ik vind de mensen niet vriendelijk. En daar bovenop vind ik de mensen ook niet frisjes, met het continue gerochel, fluimen spugen, neuspeuteren, naar mottenballen ruiken… Maar, ik heb nog 2 weken om me van het tegendeel te laten overtuigen, haha

10 Mei 2012 Sjanghai
Dagje herhaling!

Op mijn laatste dagje in Sjanghai heb ik geen zin om verre uitstapjes te maken maar wil ik gewoon doen wat ik het leukst vind: lekker ronddolen door de oude wijk, de kleine morsige steegjes met de lokale marktjes. Maar eerst wil ik het befaamde RAM, het Rockbund Art Museum bezoeken. Het ligt vlak bij de bank waar de ATM een slot heeft, altijd makkelijk als je wilt prutsen met moneybelts enzo. Het is maar een wandeling van een paar minuten naar het statige gebouw met veel natuursteen, mooie oude houten trapleuningen en granieten trappen. De expositie Model Home is van Michael Lin. Zes verdiepingen lang is er een lijnenspel rechtstreeks op de.museummuren geschilderd, een enorm opgeschoonde versie van de huisjes van de arbeiders die het werk gedaan hebben staat centraal opgesteld in de ruimte. Verder is er een videoinstallatie en een expositie overbijzondere gebouwen in de stad. Ik snap er niks van, zelfs niet met in begrijpelijk Engels geschreven boekje erbij. Vervolgens loop ik over een superdrukke Bund naar beneden. Extreem veel stellen laten er vandaag hun trouwfoto’s maken, net als dat er veel modefotografie geschoten wordt in de straten.

Net voorbij Yuyuan Gardens metro duik ik de oude wijk weer in en de markt is nu nog groter dan eerst. Een man heeft een grote ton aan zijn boodschappenwagentje vastgebonden met daarin vocht van de erbovenop gebonden hagedissen. Ik val zo in zijn verkoopverhaaltje als er een dame haar broekspijp omhoog trekt om te laten zien waar ze pijn heeft. hij sputtert er wat hagedissensap op en er komt zowaar iets als een bloeduitstorting tevoorschijn waar net nog niets zat. Dan doet hij het op zijn eigen been: niets te zien. En de mensen maar kakelen. Geweldig leuk! Verder blijf ik genieten van alle groenten en fruit en enge snacks. Lekker foto’s schieten en niemand die er wat van zegt.

Omdat ik me al bijna moet gaan klaarmaken voor de treintrip vanavond ga ik snel nog even naar Wagas voor een lunchbox met een half broodje rosbief en een halve caesar salad. Om klokslag 16 uur vertrek ik uit het hotel en neem ik op advies van de receptie toch maar een taxi in plaats van de metro. Met als gevolg dat ik belachelijk vroeg (lees: 20 voor 5) klaar zit voor de trein van 19 uur.

De trein is netjes op tijd en op de valreep wordt ik aangeklampt door 2 italiaansen. Als ik uitleg hoe het kaartje werkt schieten ze enorm in de stress omdat ze bedden hebben in 2 verschillende wagons. Oepsie!

Mijn coupe heeft 4 bedden en ik deel de coupe met een jong meisje en 2 rustige mannen die elkaar ook allemaal niet kennen. Rond 21 slapen we allemaal. Ik ben de volgende ochtend als eerste wakker, al voor 6 uur en zie voor het eerst ‘echte’ natuur. Groene heuvels, bewerkte velden langs het spoor en hier en daar een enkel iemand die het droge land bewerkt. De rivierbeddingen zijn droog en overal liggen brokken steen. Bijna continu komen er op een hoger liggend spoor vrachttreinen langs. Zo’n uurtje voor Xi’an begint de verstedelijking weer. Xi’an heeft namelijk 4,5 miljoen inwoners!

11 mei 2012 Xi’an
Zalig hotelletje

Het Han Tang House is geweldig: lekker bed, hippe mooie kamer, eigen restaurantje… Na de nachttrein lekker opgefrist en wat kleren gewassen (en ok, ook een uurtje genikst). Nu de stad maar eens verkennen!

Goede moed

Ik heb maar twee kansen voor het terracottaleger: vandaag of morgen want morgenavond ga ik met de nachttrein verder. Dat wordt dus de regenjas mee.

Gisterenmiddag heb ik me door de warmte toch maar richting moslimwijk gesleept. En hoewel erg toeristisch ook erg leuk. Volop kraampjes met prullaria maar ook enorm veel eten, heel anders als elders: noten, gedroogd fruit, enorme gebakken levers (koe) , hier en daar een donerstandje. Ik kwam terecht bij 3 gehoofddoekte meisjes en wees op het bord van de enige eter. En voor ik het wist stond de kok speciaal voor mij handmatig noedels te trekken. Mooi gezicht. Koken in een bouillon, roerbakken met groente en rundvlees en voor 9 CNY (ongeveer 1,10 euro) had ik een superlekkere en beetje pikante maaltijd.

Tegen de avond heb ik me met een riksha met vrouwelijke chauffeur (nooit eerder gezien) naar het hotel laten brengen. Let wel, tot 200 meter vanaf het hotel want toen kreeg ze een lekke band. En toen wou ze me ook nog geld terug geven ook.

Maar goed, een muesli-fruit-yoghurt van 3 euro verder en het regent nog steeds. Bummer. Jullie horen wel wat het wordt.

11 Mei 2012 Lintong
Terracotta Warriors

Vandaag heb ik, ondanks het regenachtige begin, een mooie dag gehad. Met de regenjas veilig in de tas ben ik naar de grote weg gelopen om voor 6 cent de bus naar het treinstation te nemen. De Lonely Planet schrijft over het vertrekpunt van de bus naar het terracotta leger alleen ‘op de parkeerplaats bij het treinstation’, daar niet in meenemend dat het station enorm is en dat er zo’n 36 parkeerplaatsen rondom het station zijn. De enigen die hier ook maar een woordje Engels spreken zijn de touts en die verdienen niets aan je als je met de lokale bus gaat, dus die helpen je niet. Dan word ik soms toch overvallen door zo’n gevoel van ‘dit gaat helemaal niets worden’. Maar uiteindelijk is er altijd iemand die behulpzaam is en blijk ik nog maar een kwartiertje op zoek te zijn, haha. En uiteindelijk is dat dan weer dat gevoel van accomplishment, de uitdaging!

Binnen 3 minuten vertrekt het speciale groene busje en een uur en 8 yuan (1,10 euro) later stap ik bij de zijingang uit. Een entreekaartje kost 18 euro en daarvoor word je een soort pretpark (ja, echt) in gelaten. Donkere heuvels liggen in de achtergrond in wolken mist. Overal zijn toeristische prullariastalletjes, jadekraampjes en eettentjes. de onverklaarbare bontjes die Sandra beschreef zijn er inderdaad ook. Ook hier is het weer enorm druk met Chinese toeristen, hier en daar gelardeerd met Russen, Fransen en zelfs een enkele Nederlandse groep. De echte bezienswaarigheden zijn helemaal achter op het grote terrein gelegen en hier hoef je pas je kaartjes te laten zien. Ook al stond dit initieel niet op mijn verlanglijstje, de grote hal met zo’n 2000 warriors is erg indrukwekkend en ik hang er langer rond dan ik zelf verwacht had. De plots 2 en 3 zijn beduidend minder indrukwekkend. In de boeken staat dat elke warrior een eigen gezicht heeft, en dat lijkt ook echt zo te zijn. Ze verschillen enorm van elkaar. Mensen drommen bij de entree tegen de omheiningen aan om een glimp van de beelden op te vangen. Verderop in de grote hangar van plot 1 heb je meer ruimte. Het typisch Chinese vermaak bestaat uit je egen gezicht laten monteren op een foto van een warrior of op de foto tussen een aantal replica’s. Wat kan ik zeggen…

Na een wandeling over de goed aangelegde en onderhouden gronden eet ik in het pretparkgedeelte een snelle noedelsoep met allerlei onbekends erin (dat krijg je als je om vegetarisch vraagt). Inmiddels regent het weer best hard, is het nog stteds ruim 30 graden en vind ik het tijd om terug te gaan naar de stad. Links van de ticket office ligt een enorme parkeerplaats met daar weer links van de halte voor de lokale bussen . Er gaat een 914 slow bus maar als ik om de 306 express bus vraag dan stuurt de conductrice me toch de goeie kant op (eindelijk een sympathiek iemand) en een uur en 20 minuten later ben ik weer in Xi’an. Dit keer is mijn riksharijdster een dame met een bril met een pootje en an de andere kant een blauw koordje om het oor . Ze rijdt voortdurend regelrecht tegen het verkeer in dus ik doe mijn ogen maar gewoon dicht.

Als ik in het cafeetje van de guesthouse dit verslag zit te typen komt er een heftig gesticulerende Nederlandse binnen. Ze stond op de luchthaven voor een binnenlandse vlucht zonder paspoort, die lag nog in de guesthouse. Been there, done that: wij vergaten ooit eens een paspoort in India en kwamen er duizenden km verderop pas achter, en ik verloor mijn paspoort ooit eens in Macy’s NY. Ik hoor haar zeggen dat ze, in tegenstelling tot vorige keren in China, ‘er totaal niet in kan komen’. Herkenbaar. En omdat we de enige Nederlanders zijn, zitten we even later zalig ongenuanceerd de Chinezen, hun vieze en nare gewoonten en de lelijkheid van de omgevinger er door te halen. Ze is hilarisch: ze is nog ongenuanceerder dan ik ben en ze heeft het helemaal gehad na al weken onderweg te zijn. Het is lang geleden dat ik zo hard heb gelachen!

12 Mei 2012 Xi’an
Lief

Vannacht om 02.40 uur heb ik het record wakker schrikken in een vreemd bed en toch binnen seconden de rinkelende telefoon uit een overvolle tas aan de andere kant van de kamer graaien verbroken. Om vervolgens de liefste stem ter wereld te horen zeggen dat ie van me houdt en me mist. Aaaahhhhhh. Hij wordt echt groot!

En ik was afgelopen week ook al zo trots om te horen dat ie niet alleen sportief gezien alles wint maar dat ie ook genomineerd is voor een kunstprijs van de gemeente Losser! Zo cool!

Ik heb zelfs beloofd een weekend met hem te gaan kamperen!!! Gelukkig bestaat er tegenwoordig zoiets als glamping, haha!

13 Mei 2012 Xi’an
Rennen en racen

Na de regen gisteren en het gezellige avondje staat er best veel ‘op het programma’ vandaag. Mijn eerste missie is de Big Wild Goose Pagoda. Heel simpel gezegd ligt ie aan het einde van de straat (5 km) maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Het busje dat rechtstreeks gaat biedt een enorme sightseeing door de stad en ik doe er bijna een uur over. Voor het complex met de Da’cien tempel en de Ganzenpagode ligt weer een heel ‘pretpark’ aan braderiekraampjes met huisvlijt als gehaakte slofjes en marionetten. Uit speakers knalt keiharde muziek als begeleiding van de spuitende fonteinen. Het is zaterdag en dus zijn er weer drommen mensen op de been.

De entree voor het complex is CNY 50 (6 euro), wil je de pagode in dan betaal je nog eens 5 euro. Mooi oud houtsnijwerk, gerenoveerde gebouwen en de indrukwekkende vierkante pagode met een lange geschiedenis. Lekker ronddolen tussen mooie gebouwen, in mooie tuinen. En een noedelsoepje in een prieeltje waarbij de verkoopsters van verschillende kraampjes bij me aan tafel komen zitten. Allemaal met een eigen brouwseltje, eentje propt tussen de happen noedels rauwe knoflooktenen naar binnen. Na een week met kaartjes op zak kom ik eindelijk een postkantoor tegen en met gevaar voor eigen leven steek ik de zesbaansweg over met bussen, grote auto’s en tuktuks die me om de oren vliegen. Met bus 6 ga ik terug richting stadsmuur. Overal in de stad hoor je knallend vuurwerk. Blijkbaar trouwen veel stellen op zaterdagochtend en wordt dat uitbundig gevierd.

Net achter de bushaltes ligggen een paar keuke straatjes met oude gebouwen en allerlei calligrafie specialistische dingen als kwasten en papier. Er wordt vooral veel hoorn verkocht. Erg leuk om even door rond te dolen. Maar dan moet ik me dus echt weer door de verkeersstroomvan en grote drukke rotonde wagen om bij de toegang naar de stadsmuur te komen. De Southgate is relatief rustig. Weer een entree van 5 euro, waarna je de muur mag beklimmen, op de foto mag met ‘historische figuren’ of een fiets huren om de 14 km langer muur rond te fietsen. Het uitzicht op de drukke moderne stad er omheen is leuk.

En dan is het tijd voor de Belltower. Ik bewonder ‘m van buiten maar kan de moed niet opbrengen dit historische bouwwerk van binnen te gaan bekijken. Het is inmiddels weer ruim boven de 30 graden en de zon brandt op mijn vel.

Hetzelfde geldt voor de dichtbij gelegen Drumtower. Veel teveel mensen. Ik loop er wel even bewonderend om heen maar vind dat genoeg. Naast de Drumtower duik ik een nauw straatje in. Het blijkt een overdekt netwerk van kleine straatjes met allerlei koopwaar, dat aan het einde uitkomt op de straatjes van de moslimwijk waar ik eerder al was. Hier midden in staat de Grote Moskee van de Hui moslims die in deze regio wonen. Het schijnt een van de grootste van Azie te zijn en niet-moslims mogen overal komen behalve in de gebedsruimte en wasruimte. Schitterend oude gebouwen, die voor de verandering niet dood gerenoveerd zijn. Mooi houtsnijwerk, Arabische en Chinese elementen volop door elkaar . Erg bijzonder. Inmiddels loopt het richting eind van de middag dus ik zoek het eethuisje met de 3 moslimmeisjes van 2 dagen geleden weer op. Alleen de heel sterk loensende is er maar in de wirwar van honderden eethuisjes is dat voldoende herkenning. Ik eet weer een handgetrokken noedel gerecht waarvoor de kok de lange repen deeg heen en weer zwiept en op de werkbank slaat tot ze dunner en dunner worden en er een lekkere dunne noedel overblijft. In het straatje om de hoek bezwijk ik alsnog voor de leuke schaaltjes. Mijn eerste (en mogelijk enige) souvenir.

Met een riksha/tuktuk laat ik me naar het hotel brengen. De koffer inpakken, de train station pick-up voor morgenvroeg regelen, even opfrissen en op naar het treinstation. De mensenmassa is overweldigend. Duizenden mensen drommen voor de loketten en de ingang. Het schrikbeeld dat je soms op de tv ziet. Gelukkig heb ik mijn kaartje al lang en word ik via dranghekken binnen geleid waar ik in de soft seat wachtruimte mag wachten. Verschil moet er zijn, haha. Al met al heel geordend en het verloopt soepel.

Ook nu zijn de andere personen in de coupe rustig en slapen vroeg. Ik ben dus lekker uitgeslapen als ik om 5 uur wakker wordt.

Zodra de tuktuk de stadsmuren inrijdt, zakt me de moed in de schoenen. Oude afbrokkelende muren, vervallen gevels en wat er achter ligt is nog meer vervallen. Oh lordy! Maar in de buurt van de guesthouse wordt het iets beter. Nu wacht ik in de echte backpackers lobby op het schoonmaken van de kamer en de eerste echte banana pancake van deze trip!

13 Mei 2012 Pingyao
Pingyao Old Town

De putjeslucht in Pingyao blijkt minstens 36 varianten te kennen binnen de stadsmuren van Pingyao Old Town. Een uitgestorven stadje van afbrokkelende muren met deprimerend veel viezigheid en opgestapelde rommel in de courtyards waar je binnen kunr kijken. De angst slaat me om het hart want hier zit het hostel waar ik en een ouder Nieuwzeelands naartoe gereden worden in een elektrisch golfkarretje. Maar gelukkig valt het 100 procent mee. Als we de guesthouse binnenstappen ruikt het lekker en het heeft alle chaos van trips, wachtende reizigers, en later bij het ontbijt de bananenpannenkoeken om het een reizigerssfeer te geven. De bazin is een enorme kenau die alle touwtjes strak in handen houdt en zogenaamd vriendelijk doet. Ik trap er niet in, vriendelijk voor de omzet…

Als mijn kamer schoon is, ik fris gedoucht ben en ontbeten heb, is het stadje (of eigenlijk de twee of drie hoofdstraatjes) getransformeerd in een ware tourist trap: kraampjes, stalletjes… maar wel van de gezellige soort. Omdat het zondag is zijn de logische drommen Chines toeristen er natuurlijk ook weer. In het stadje zijn overal verklede acteurs die historische scenes spelen die de Chinezen hilarisch lijken te vinden. Op een plein net buiten de muren vinden allerlei optredens plaats van in synthetische pakjes geklede koren en dansgroepjes. Een wandeling naar een bank om geld te halen wordt een enorme wandeling in de middaghitteals ik een afslag over het hoofd zie.

Terug on het oude gedeelte kies ik er bewust voor om niet voor 18 euro een toegangskaartje voor de bezienswaardigheden te kopen maar gewoon lekker rond te sjokken want er zijn maar een of twee dingen die me interessant lijken en ik ben de hoge prijzen wel een beetje zat. Een wandeling buiten de toeristisch route laat nog meer volgepakte, vieze, slordige courtyards zien die over het algemeen een soort schot achter de poort hebben van oudsher om wat privacy te creeren. Maar ik zie (en ruik) genoeg. Ik kom een groepje jongelui tegen uit Xi’an die hier voor een dage zijn. En waar denk je dat het meest spraakzame meisje wil studeren? Universiteit van Twente… En ik had alleen gezegd dat ik NL ben, dus geen scam.

De oude katholieke kerk die dit dorp rijk is, is zo mogelijk nog ouder dan de rest maar gezien de inrichting wordt ie nog actief gebruikt. Grappig. Na heel wat ronddolen heb ik niet het idee iets gemist te hebben door geen kaartje te kopen en eet tevreden een rijst met kip en pinda’s voor ik vroeg mijn bed in ga. Morgen nog een dagje voor wat bezienswaardigheden die allemaal ver (lees 25 tot 40 km) buiten Pingyao liggen. Ik begin China steeds leuker te vinden. Volgens mij had ik dat potje China-bashing in Xi’an even nodig om te accepteren dat het gewoon geen Thailand of Laos is, haha.

14 Mei 2012 Pingyao
Wang family courtyard, Zhang Bi Old Castle/tunnels

Soms kun je bepaalde plaatsen niet zelf bereiken en dan is het handig dat de guesthouse tripjes kan regelen. En dus ging ik vandaag in een busje met een avontuurlijk ouder Nieuwzeelands stel, een Canadees stel,een alleenreizende Amerikaan en 2 Amerikaansen naar de Wang family courtyard, een soort enorm kasteelachtig geheel van bouwwerken uit de Qing dynastie die als woonhuizen dienden voor de Wang-familie, een flink eind rijden vanaf Pingyao. Indrukwekkend en goed onderhouden en lekker om in je eentje doorheen te dolen. Aan het uiterste eind heb je geweldig uitzicht op grotwoningen waarvan alleen de voorgevels en schoorstenen verraden dat er huizen in de bergen verborgen zitten. Vanaf de hoge muren van de courtyard heb je mooi zicht op de woonerven en alle troep die ze daarin verzamelen, maar ook hoe ze in metalen teilen de was doen.

Daarna rijden we door naar het Zhang Bi Old Castle, waar we eerst gaan lunchen. We besluiten met zijn allen te bestellen en te delen. Geweldig want we proberen van alles: gebakken pinda’s, gesauteerde spinazie, roergebakken bonen, kung pau kip, shredded patato met chilipepertjes. Alles even lekker. Ik drink sloten thee, de anderen drinken een biertje en we betalen nog geen 2,50 euro p.p. De gids blijkt inbegrepen bij de toer. Mooi oud houtsnijwerk en tempel na tempel, alles heel feng shui opgezet als ik de gids mag geloven. Daarna gaan we de tunnels in die tot 23 meter diep liggen sinds 1700 nog wat. Toen ze ook tijdens de Tweede Wereldoorlog nog gebruikt werden hebben de Japanners de ingang dichtgegooid en van de 15 km aan gangen is inmiddels 1500 meter hersteld en te bekijken. Gelukkig helemaal niet claustrofobisch! Via het lokale dorp lopen we terug, af en toe de oude bewoners op hun stoepjes of het dorpsplein begroetend. Wat altijd wel een vriendelijke groet terug oplevert. Dit kasteel ligt zo’n 10 km van Jiexiu af, het laatste dorp waar de trein langskomt richting Pingyao.

Op de terugweg zien we een en al terrassenbouw. Soms lijkt het topje van de bergen afgehakt om ruimte te maken voor landbouw. Zoals de Canadees opmerkt is er nergens een tractor te zien. Op de velden zie je altijd maar een verdwaalde werker om het land handmatig om te ploegen! Onvoorstelbaar. Er wordt hier voornamelijk tarwe verbouwd voor noedels. Het is hier ontzettend droog en rijst kan dan ook niet verbouwd worden.

Als we op wat vlakker terrein zijn zien we alleen maar grote industrie. Vooral steenkool voor de export, zegt de chauffeur in slecht Engels. Honderden enorme en zwaar beladen vrachtwagens maken dat we over de weg zwalken tusen het zware verkeer door terwijl grote fabrieken met lopende banden tot grote hoogte boven de terreinen uitsteken. Je wilt niet weten wat je hier inademt! Echt honderden vrachtwagens, waar je ook kijkt. En overal worden woningen gebouwd, vele voorzien van zonnecollectoren. Ik vraag me dan af voor wie maar daar krijg ik geen antwoord op.

Rond 16 uur zijn we terug in de guesthouse en wacht ik op het moment dat ik richting trein moet. Een hardsleeper vannacht, 11 uur lang. De een schetst schrikbeelden, de ander zegt dat het een mooie manier van reizen is. Morgen weet ik het

15 Mei 2012 Pingyao
Rare gasten

Toen ik gisteren in de guesthouse mijn tassen aan het reorganiseren was, lag er een reiziger op de bank in de ‘woonkamer’ te slapen. Ineens staat hij op, doet zijn broek open en plast zo tussen de bank en salontafel op de grond. Ik snel naar de kenau-eigenaresse die me eerst niet snapte en vervolgens met stomheid geslagen naar ‘m keek. Die gast ziet haar kijken, zegt: I think I’m in the wrong place en loopt naar buiten. De eigenaresse blijft perplex kijken en zegt: wat is dit? Wat moet ik ermee? Dus ik zeg: laat hem het lekker zelf opruimen. Alle meisjes uit de bediening giebelen het inmiddels uit. Als het dronken lor terug komt blijkt hij ook nog in het portiekje van de buren verder gegaan te zijn. Met de mop in de hand breekt ie ook nog een paar bierflesjes en de chaos is compleet. Naar mij toe is de eigenaresse helemaal ontdooid en ik krijg wel 3x een hand en een flesje drinken mee als ik wegga.

De treinreis, ook in de hardsleeper, verloopt probleemloos. Net als de taxirit naar het hotel. Er is nog geen kamer beschikbaar, dus nu de boel maar eens verkennen!

15 Mei 2012 Beijing
The Beijing experience

Na met de taxi van treinstation Beijing Xi (west) naar het hotel gebracht te zijn (yuan 3 kon ik niet in de kamer, dus maar meteen op pad. Ik zit ineen hutong en vlak naast metrostation Dongsi dus met een overstap sta je dan zo voor de verboden stad. Net als duizenden andere mensen: schoolklassen in alle leeftijden, bij voorkeur met dezelfde trainingsjasjes aan, of groepen senioren met allemaal hetzelfde petje. Elk van die groepen natuurlijk onder begeleiding van een gids met headset en speakers. Aan de andere kant ligt het grootste (en misschien ook wel meestbesproken) plein ter wereld: Tiananmenplein. De duizenden mensen, het lawaai en de hitte waren me even teveel. Dat komt een andere dag wel. Dus te voet ben ik terug gelopen naar Wanfujing Street, zo ongeveer de bekendste winkelstraat van China, ook door het voedselstraatje. Ook nu volop zeesterren, zeepaardjes, octopus, nog wriemelende insecten op een stokkie maar ook sateetjes van aardbei, soms wel en soms niet geglazuurd. De omliggende straatjes volgepakt met toeristische parafernalia waar de Chinezen gretig van kopen.

De afstanden in Beijing zijn enorm en ondanks waarschuwing van het hostel denk ik dat ik wel even terug kan lopen naar het hostel. Dat heb ik geweten. Drie haltes met de metro is een uur lopen langs enorme lanen en tig-baans wegen. Blegh!

Op zoek naar een kadootje voor Bart waag ik me later die middag, na het inchecken en lekker douchen, richting Silk Street shopping mall. Ik schrik me een hoedje. Hier worden westerse toeristen met de buslading tegelijk losgelaten. Je kunt hier van alles kopen, vooral knock-offs natuurlijk. Maar wel heel mooie, maar ook jade, parels, koffers, theebekers… Hier red je ‘t niet met ‘de helft bieden van wat ze vragen’. Theebekers kosten hier sowieso bereveel geld, iedereen en z’n grootje loopt namelijk continu met minstens een halve liter tot een liter thee. De eerste prijs voor de beker die ik mooi vind 650 yuan (78 euro), als ik wegloop is ze al gezakt tot 150 yuan (18 euro) en ik schat in dat er nog wel iets van af zou gaan. Ik waag het er op dat dit weekend op de Dirt Market er nog wel iets moois voorbij komt, haha.

Als ik alle 5 verdiepingen tot treurens toe doorgesnuffeld ben, heb ik nog steeds niet iets van angry birds voor Bart. Mooie missie de komende dagen!

Bij de uitgang zit een pizzarestaurant met een zalig terras en, heiligschennis in een stad met zoveel Chinese culinaire variatie, ik geniet er van een Griekse pizza. Goddelijk lekker!

16 mei 2012 Beijing
Zomerpaleis, Verboden stad en streetfood

Ik ben vroeg wakker vandaag en om 20 voor 8 ben ik al onderweg naar de metro voor het zomerpaleis, dat zo’n 15 km buiten Beijing ligt. Maar eerst heb ik nog meer heiligschennis gepleegd: ik heb de eerst 100 bladzijden van mijn LP geknipt zodat ik niet telkens met 2 kg boek hoef te sjouwen. Zalig!

Als ik een klein uurtje en 2 overstappen later uit de metro stap en aarzelend om me heenkijk, wijst een oud waterverkopertje me met een knorgeluidje en een zwaai van zijn arm de goede kant uit, richting North Palace entrance. Een stukje verderop bezwijk ik toch eindelijk voor een geroosterde zoete aardappel die op een rooster ligt op een gloeiende oliedrum achterop een fiets gebouwd. Hij kost 10 yuan en is een lekker warm ontbijtje. Een boers uitziende oude vrouw loopt achterste voren en lacht hard als ze me de aardappel ziet eten. Tja… Sophisticated it is not…

Ik koop voor 60 yuan een all access entreekaartje (beter niet doen en los betalen, bij nader inzien) en val meteen met de neus in de boter in The Buddhist Fragrance Pavillion, waar tientallen mensen als een soort linedancers naast elkaar staan te dansen op Chinese muziek met een beat. Aan de andere kant van het paviljoen staan mensen te dansen met waaiers, volkomen uit ritme, een stel staat touwtje te springen en wat mensen hoelahoepen. Een vrolijke manier van fit blijven. Meteen na de ingang kom je bij een aantal in 1980 helemaal opnieuw opgebouwde Boeddhistische tempels die er zowaar echt oud uitzien en geweldige namen dragen als Temple of the sea of wisdom en Cloud dispelling hall. Ik klim met de tong op de knieen helemaal naar de top. Best een klim. Maar elk moeilijk ter been oudje doet het ook! De wandeling door het mooie park richting het Kunming lake is ook best steil maar wel de moeite waard. Ik kom er achter dat de boot die ik wou nemen, terug naar Beijing, niet gaat. Helemaal niet. De boottours over Kunming Lake richting South Lake Island gaan ook niet, noch de peddelboten. Ik weet niet of dat aan het vroege uur ligt of aan het weer want de meeste mensen lopen nog met jassen aan.

Wat grappig is: als je door het eerst nog rustige park loopt hoor je ineens traditionele muziek dichterbij komen schetteren. En elke keer blijkt het een oud stel te zijn waarvan vaak de man een telefoon of mp3 speler om zijn nek heeft waaruit de muziek blert. Oude mensen zijn hier sowieso goed vertegenwoordigd. Veel van hen ook met heel jonge kinderen bij zich: cultureel verantwoord oppassen, haha.

Any who… Na wat rondwandelen door de corridor waar steeds meer enorme groepen met luidsprekergids me tegemoet komen, dwaal ik weer terug richting ingang en Suzhou Street, in oude huisjes rond het grachtje gelegen souvenirkraampjes en eethuisjes. Als je niet uitkijkt, beland je in de plomp met waterlelies en dunne grijze visjes want de paadjes zijn smal en niet iedereen houdt zich aan het eenrichtingsverkeer. Buiten de ingang eet ik een stuk meloen op een stokje om de nadronk van verbrand plastic die de pruimensap had kwijt te raken. En net voor de metro ga ik nog maar eens voor echte streetfood: op een kar bakt een vrouw een soort pannenkoekjes, haar man vult ze met een pikante dunne pindasaus, sliertjes onbekends, gewassen slablaadjes en platte sate van kipfilet en rolt het op als wrap. Maar 70 cent en erg lekker. En ach, ik heb mijn tanden zoveel met kraanwater gepoetst dat de natte sla geen probleem moet zijn, het gevaar zit meer in de kipfilet die uit een zak naast de warme oliedrum ligt en waar het vlees lekker in ligt te broeien.

Aan het begin van de middag is er geen ontkomen meer aan: het is tijd voor de Forbidden City. De metrohalte ligt vlak voor de ingang met een mega foto van Mao boven de deur. Ook hier moet elke tas door de scan en incidenteel moet iemand vragen beantwoorden of in de tas laten kijken. Het is nog niet half zo druk als gisteren maar nog steeds hels veel mensen. Voetje voor voetje schuifelen we naar binnen en zijn honderden meters en tig enorme poorten verder voor we een kaarje kunnen kopen. Ik vind het nu al niks maar ja, naar Beijing komen en niet hier naartoe gaan…

De Chinezen komen aan de gelaatstrekken te zien uit allerlei windstreken. Voor elk iets wordt formeel geposeerd door de oudjes, jonge meiden en vrouwen poseren bij voorkeur wulps met getuite lipjes of een voetje elegant omhoog geknikt. Het ziet er niet uit maar het is hier helemaal hot. Wat ook hot is, vooral voor wat waarschijnlijk Oeigoerse toeristen zijn (gezien de middenoosters-achtige/anders aziatisch/chinese trekken) is je ongevraagd vastklemmen aan een dikke blonde westerling alsof ze je long lost sister is en je vriendje/vriendin een foto laten maken en xie-xie roepen voor de westerling beseft dat ze voor de 8e keer overvallen is. En dan in het geval van vriendinnetje het hele scenario nog eens herhalen. Bizar, maar ik kon er wel om lachen en liet het maar gebeuren. Hoewel, een meisje komt waarschijnlijk thuis met een blonde westerling met chocolade en pinda’s aan d’r tanden op de foto Surprise!!!

En dan komt de ware cultuurbarbaar in mij boven: ik vind aan de hele verboden stad dus echt geen duvel aan. Het ene grote druk bewerkte gebouw na het andere, schuifelend tussen grote groepen en kleine gezinnetjes. Tientallen trappen op en af naar steeds meer van hetzelfde saaie, super gerestaureerde oranje dak op enorme zalen met vrijwel niets er in. en nog verder, en nog verder. Na 2,5 uur lopen, lopen, lopen en gekwetter van luidsprekergidsen aan alle vier kanten vind ik het jetje. Ik ben het spoor van de verschillende dynastieen bijster, het enige dat me bijblijft is in grote lijnen: Qing en Ming, gebouwd in 14e en 15e eeuw, altijd door brand verwoest en aan het einde van de 19e eeuw herbouwd volgens oorspronkelijk plan. En dan moet je ook nog terug. Dat doe ik langs de exposities van porcelein, houtsnijwerk, schalen, luxe artikelen uit deze periodes die in de gebouwen aan de zijkant staan. Ik ben bekaf als ik eindelijk naar buiten strompel. Niet alleen door de verboden stad, moet ik toegeven. Ook al is het ietwat vervelend dat je er bij een hele andere poort uit moet dan dat je er in kwam. Ook het trappenlopen in metro’s is hier heftig want met veel overstappen heb je altijd een enorme klim voor de boeg en metro’s hebben hier, in tegenstelling tot bijv. Sjanghai, niet altijd roltrappen.

Met wat boodschapjes uit een lokale supermarkt rol ik het hotel in, me nu al schuldig voelend dat ik geen enkele intentie heb (om 18 uur) om vandaag nog weer naar buiten te gaan.

Maar om half 8 kriebelt het toch en ga ik met krakende knie- en heupgewrichten op zere voeten de korte hutong waar mijn hostel aan zit maar eens verkennen. Er zitten zo’n 10 eethuisjes dichtbij en ik duik bij de moslimvariant naar binnen. Ik bestel er zomaar iets door plaatjes aan te wijzen en krijg de soort Japanse gegrilde boontjes maar dan anders: gekookt met pepertjes, zout en iets wat ik sinds de thee-eieren denk te herkennen als steranijs (wat even later blijkt te kloppen). Het hoofdgerecht is een zoetpikante machtige schotel met kipfilet, pinda’s, pepers, sojasaus, komkommer, wortel en bosuitjes. Grappig genoeg krijg ik als enige wegwerpstokjes (de rest krijgt gewoon de standaardstokjes) en brengt de gehoofddoekte serveerster die goed Engels spreekt trouwens, me even later een lepel, haha. Naar de mannen aan de tafel naast me worden van de overkant van de straat gegrilde spiezen gebracht, waarvan eentje een superdunne, langgerekt konijnachtige iets lijkt te zijn. Yummie! Ik haal bij een buurkraampje iets wat lijkt op een noten-honingkoek maar wat jammergenoeg niet zoet blijkt. Nou, zo lijkt mijn streetfooddagje wel rond. Volgegeten rol ik mijn hotelkamer weer in. Morgen is er weer een dag!

17 Mei 2012 Beijing
Tempels, hutongs en retail therapy

Voor vanochtend staat een flinke route op het programma dus ik ben net voor 9 uur bij de Lama Temple en ben daarmee de massa voor. In de tuinen voor de ingang zijn ze druk met de buxussen in de weer. Binnen zijn de eerste gelovigen al druk in de weer met het branden van wierook, die al ver voor de ingang op straat verkocht wordt. Ook de gebedsmolens worden volop gebruikt. Bij eentje leren een opa en oma hun kleinzoontje hoe het werkt. Een sterke lucht van verf (vast niet op waterbasis gezien de geur) hangt rond het eerste gebouw, dat ze aan het renoveren zijn. Ook hier is het gebouw na gebouw maar dan wel met allerlei beelden, waaronder een 18 meter hoge Maitreya Buddha die uit een stuk sandelhout gemaakt zou zijn. En voor elke zaal de wierook brandende gelovigen die uitgebreid knielen op de aangewezen plekken. Een erg indrukwekkende tempel!

Omdat ik nog niet ontbeten heb, waag ik me op straat aan een soort mini-bapao: een deegbolletje gevuld met chinese bladgroente en ui. Even verderop zie ik een soort bakker/poelier en daar koop ik voor 36 cent een kippenvoet met enorme nagels eraan. Het valt alleszins mee: het smaakt naar het vettig-knapperige vel van een half haantje, maar dan met bijster weinig vlees en heel veel kleine botjes. Voor ‘t goeie fatsoen (want een hap is geen hap) eet ik 3 happen. Been there, done that… tasted het kippenvoetje! Bij hetzelfde kraampje als net haal ik ook nog een mini-‘bapao’ met rundergehakt en sjallotjes (lang leve het plaatjesmenu). Best lekker.

De straat voor de tempel is intussen ook ontwaakt en alle kleine winkeltjes met boeddhistische parafernalia zoals kralen, wierook, papieren offers en sandelhout zijn inmiddels ook open. De Confuciustempel ligt iets verderop in een brede hutong. Het is er nog erg rustig, alleen bij het bebaarde beeld van Confucius staan 2 mensen. Er staan hier veel stenen tafelen van wel 3 meter hoog met etsen over het Confucianisme, netjes onder een afdak. Op de binnenplaats staan bomen die er grimmig en bijna versteend uitzien. Ook deze tempel is de moeite waard, al was het alleen maar vanwege de rust.

Ik volg, zo ongeveer, een hutongwandeling die ik in de online Wallstreet Journal vond maar breidt ‘m iets uit. Niet alleen kom ik door volledig opgeknapte hutongs die nu allemaal hippe winkeltjes hebben, maar nu nog grotendeels gesloten zijn. Ik kom ook door de echte woonhutongs, waar de communistische buurtcomites hun kantoor hebben en oude mensen vanuit hun eenkamerwoninkje naar buiten kijken, morsig bed en kleding zonder kasten in het zicht. Een kapster beseft niet dat ze haar rok achter in de onderbroek heeft steken en dat ze dus met de billen bloot en de tot net boven de knie afgezakte kousen nogal te koop loopt terwijl ze de vloer aanveegt. Hilarisch! Kleine winkeltjes verkopen verlepte groente, een oude man plaatst 5 flessen bier in het mandje van de fiets en de banden van geparkeerde auto’s worden beschermd door houten planken terwijl fietskarren aan de tralies van de ramen omhooggetakeld zijn. Een chaos! Maar de old town in Sjanghai was nog net iets meer shabby, armoediger, volkser. Ik denk dan: leuker, interessanter. Maar ik hoef er godzijdank niet te wonen. Op letterlijk elke straathoek zit een openbaar toilet, dat is ook niet voor niets, schat ik in

In Guozijan hutong zitten twee winkels van het über-trendy smaakvolle Lost & Found. Watertandend mooi spul van ‘mid-century China’. Ik wil alles wel hebben! Misschien maandag op de valreep als budget er niet meer toe doet, haha.

Ik loop inmiddels alweer uren en denk net: alleen nog even Nanluogu Xian, een ‘gentrified hutong’. En jippie, wat is dit een leuke steeg. Het heeft met hutong eigenlijk niets meer van doen. Het is het elegante zusje van Khao San Road: schattige specialistische winkeltjes in de oude hutongpandjes, met kleine eethuisjes, stijlvolle kitsch bric-a-brac’kerige cafeetjes voor de vermoeide en verwende reiziger, theespeciaalzaakjes met (naar mijn normen peperdure maar hier gangbare) theepotjes, kopjes en schaaltjes. En natuurlijk thee. Dit vind ik zo leuk dat ik vergeet dat ik moe was. Ook in dit straatje is alles prijzig maar ik scoor wel de nodige souvenirs, hebben is hebben. Bart was al helemaal verontwaardigd: tante Jel, alles wordt toch in China gemaakt. Waarom kun je dan niets van angry birds voor me vinden? Tja, goeie vraag! Maar ik heb eindelijk iets voor hem. En voor de anderen. En voor mezelf: 4 mooie schaaltjes. Dan maar niet eten de komende week, haha.

Intussen heb ik de lunchtijd ruim gemist dus met een Fresh Tokyo limoensap en een Takoyaki (lang leve Google: Japanese Octopus Dumpling Ball) loop ik de laatste meters naar de straat. Schmeckt ganz gut!

In de verste verte is geen metrostation, dus ik neem een taxi naar huis. Even bijkomen (en plannen) voor de volgende ronde.

Weer de metro in om mijn retail therapy een extra impuls te geven: terug naar de Silk Street markt om niet net als anders te denken ‘shit, had ik het nu maar wel gekocht’. Handig, in de spits de metro in. Ze doen het even op zijn Japans en duwen net zo lang tot niemand meer kan ademhalen. En dan heb je het nog best even druk: moneybelt 1 is er nog, check, moneybelt 2 ook, check, tas onaangeraakt, check, kleingeldportemonnaiee nog in broekzak, check. Het is maar twee haltes en dan worstel ik mezelf eruit. Pfeeeew!

Het is alweer waanzinnig druk bij de Silk Street markt, vooral veel Russen, maar ook Iraniers, Indiers en een verdwaalde Nederlander hier en daar. Eerder kocht ik een namechop voor Bart voor 40 yuan (en eigenlijk vergeten te pingelen), hier vragen ze er tussen de 850 (mooier materiaal) en 350 (zelfde materiaal) voor. kun je nagaan hoeveel mensen hier uiteindelijk nog steeds teveel betalen! De beker die ik graag wou begint nu bij 850 yuan maar ik hou de poot stijf en krijg ‘m voor de 100 (lees 12 euro) die ik in gedachten had, inclusief gratis sjaggerijnig hoofd van de verkoopster, haha. De enige die ik niet meekrijg is de kofferverkoper: daar betaal ik 7 euro meer dan ik gepland had. Daarnaast koop ik nog allerlei hebbedingen, eet ik lekker luxe en heb ik bij thuiskomst nog maar 10 yuan (1,20 euro) in de portemonnaiee.

18 Mei 2012 Badaling
Grote Muur fiasco

Hoewel ik iets later op pad ga dan voorgenomen, maakt dat uiteindelijk weinig uit. Met de metro ben ik binnen no time bij het busstation waar bussen 919 en 877 vertrekken naar Badaling, het populairste stuk van The Great Wall of China zoals hier overal staat aangegeven. Binnen een uur zijn we er en het uitzicht de laatste 15 minuten is indrukwekkend. Over de grillige bergen kronkelt de muur zich een weg, zover je kunt zien. De laatste paar minuten zie je niets meer, tot je de grote parkeerplaats opdraait. Ik bedenk dat ik hier nog niemand heb zien overgeven in de bus en ja hoor, net als ik wil uitstappen kotst het jochie uit de rij voor me met een enorme straal zijn hele ontbijt over de stoel en een flink gedeelte over mijn linkerbeen en rugzak. Driedubbele ieuwk!! Gelukkig heb ik vochtige doekjes bij me voor het ergste, de rest spoel ik af met mijn flesje water.

En dan begint de grootste teleurstelling der teleurstellingen: vanaf de parkeerplaats, langs een zielige vertoning van een zogenaamd berenpark met lome zwarte beren, is het chock-a-block megaherrie, stromen mensen die achter een gids aanlopen, en tientallen kraampjes met gillende, luidsprekerondersteunde, verkopers. Aan deze kant van Badaling lijk je niet echt omhoog te kunnen lopen en word je na aanschaf van de benodigde kaartjes als vee bijeengedreven richting ingang van de karretjes die je naar boven brengen. Ik heb een enkeltje omdat ik naar beneden wil lopen. Drommen en drommen mensen krioelen als mieren op speed door elkaar, ellebogen gevend, voorkruipend, rochelend, schreeuwend… Wat een fiasco. zo ver je kunt zien lopen er dikke stromen mensen over de muur die helemaal doodgerenoveerd is.

De muur zoals je ‘m wilt zien…
De muur waar je op mag.. bleh!

Ik bedenk dat ik naar beneden wil om een poging te doen van een andere kant de muur op te gaan maar de bewegwijzering houdt op bij de karretjes en wie ik ook vraag, niemand weet een weg naar beneden. Een jong politieagentje reageert op mijn gebarentaal met een zwaai van zijn arm de muur weer op, een wandeling van minstens een paar uur (en het is ruim 30 graden zonder beschutting) op hellingen van zo’n 45 graden of meer op sommige stukken, kilometers lang. Ik speur wanhopig naar een uitweg uit deze kermis maar zie geen enkel pad en al helemaal geen anderen die hetzelfde willen. Zwaar sjaggerijnig koop ik een kaartje voor de karretjes naar beneden en scheld lekker in het Nederlands tegen de 100e kerel die in mijn nek rochelt en een vieze fluim binnen mijn gezichtsveld wegspuugt. Even een zero tolerancemomentje van mijn kant! Aan de voet van de berg word je weer, verplicht, in dikke stromen mensen langs de complete kermis geleid, waar gezien het tijdstip ook allerlei eetkraampjes aan de kraampjes met t-shirts, foto-opties om verkleed gekiekt te worden en de gebruikelijke rode troep toegevoegd zijn. Ik krijg geen enkele mogelijkheid om naar het andere stuk muur te lopen. Grmpf!

Voor de herinnering aan de muur hou ik maar vast aan het moment waarop je vanuit de bus de eerste blik op de muur werpt, of als je boven tussen de massa staat en kilometers verderop een leeg stuk muur ziet, een oog dichtknijpt om de electriceitsmast weg te filteren… Dat is de muur die ik wilde zien! En gezien heb ik ‘m wel, ik ben er alleen niet op geweest!

19 Mei 2012 Beijing
Panjiuyuan weekend (Dirt) market

Vandaag staat een cultureel niet-verantwoord dagje in de planning. In het weekend is namelijk de Panjiayuan markt. Een markt met 3000 kramen en 50.000 bezoekers. Maar voor ik er ben moet ik een flink eind in de metro. Omdat het nog vroeg is, is het ook nog rustig. In de metro zie ik voor de tweede keer deze trip een meisje met grote ronde blauwe plekken. Blijkbaar wordt cupping, een oude Chinese manier om div. kwalen aan te pakken door ronde kopjes vacuum te laten zuigen op de huid, nog echt toegepast. Bij dit meisje zijn de blauwe plekken op haar schouder en arm zwart-paars, zo recent.

Blauwe plekken zie je hier wel meer, en dan specifiek de zuigvlekken bij jonge jongens en meisjes. Die jonge stelletjes zijn hier erg fysiek, op het obscene af… in de metro, op straat. En als ze niet in elkaar klimmen dan slaan de meisjes de jongens ook continu ‘grappend’ maar wel belachelijk hard.

Any who… Ik ben onderweg naar de markt. Vanaf de metro is het nog een kwartiertje lopen. langs de straten begint al vrijwel meteen na het metrostation de kleedjesverkoop van de amateurverkopers. Enorm veel spul waar ik met verbazing naar kijk: enorme opgepoetste stenen, oude jade, kalligrafie enzovoorts. Als de politie bij ze komt staan slaan ze er een doek over. De politieman lacht een keer en loopt door. De kramen van de echte markt verkopen veel jade en andere semi-precious stenen, naamstempels, veel kalligrafiekwasten, -papier en -oefenbloks. Ook veel vazen, een aantal soorten schaaltjes (lelijk, onbetaalbaar of allebei), ongelooflijk veel kralen. Draad voor het kunstige vlechtwerk, kalligrafische schilderijen, minderhedenkleding en stoffen, theepotjes… Je kunt het zo gek niet bedenken. Wat je niet vind, zijn de prullaria die je langs de wegen bij busstations ziet zoals spionagedingetjes, vliegtuigjes aan een koordje of levende miniatuurkuikentjes in met ijzerdraad gevlochten kooitjes. Het mooie oude straatnaambord vind ik hier ook, bij maar een man. Nog steeds heel duur, maar een derde van de prijs van het supermooie Lost & Found dus dat valt weer mee. Natuurlijk ben ik eerst te zuinig maar later haal ik het toch op. De man herkent me en zegt een beetje verontschuldigend: dat is echt mijn laatste prijs hoor. Helemaal blij!

Ik pingel enorm op twee schaaltjes maar betaal ruim het dubbele van wat mooie schaaltjes bij de Bijenkorf kosten. De prijzen bij de Chinese supermarkten op de Nieuwmarkt en in de Chinese wijken in Parijs zijn ineens begrijpelijk!

Elke gang zie ik, dit is zooo leuk. Er is geen toerist te bekennen, alleen maar locals die hier snaaien tussen de mooie dingen. Ik koop nog een hele mooie vis van metaal maar sla een paar mooie oude houten stempels over omdat de prijs te hoog blijft. Als ik ver na lunchtijd bijna omval van de honger en op zoek ga naar het eten (wat in dit land nooit ver weg is) zie ik ook andere toeristen. Ineens hoor ik iemand mijn naam roepen. Bizarre gewaarwording. Het blijken Rob en Courtney, het Canadese stel uit Winnipeg, waarmee ik op de trip in Pingyao was. Over wat lekker eten (mijn ontbijt om 14 uur) kletsen we bij. Het is hun laatste dag. Omdat ik nog steeds geen angry birds t-shirt voor Bart heb, waag ik me, op advies van Rob, uiteindelijk ook nog naar de Sanlitun Yashou Clothing Market en scoor daar bij de voordeur. Gotcha! Wat natuurlijk geen reden is om niet alle vijf verdiepingen te bezoeken. Maar ik koop uiteindelijk niets meer.

‘s Avonds ga ik naar Houhai, het restaurantgebied rondom de Drumtower en Gulou Dajie in een poging wat meer tijd kwijt te zijn aan eten dan de gebruikelijke 20 minuten. Ik laat me bij een restaurant lekker in de watten leggen. Luxe: 2 hoofdgerechten, bijgerechten en Spa blauw, haha. En het werkt, voor mijn doen ben ik laat thuis.

20 Mei 2012 Beijing
Tiananmenplein en pekingeend

Het heeft flink geregend en het sputtert ‘s ochtends nog steeds, weer mijn plannen bijstellen. Wat vervelend

Ik ben een beetje ‘bezienswaardighedenmoe’ en besluit eens wat rond te snuffelen in de hutongs rond mijn hotel. ‘t Is rustig op zondagochtend, het is rustig op straat en ik zie weinig nieuws. Omdat ik nog steeds geen pekingeend heb gegeten staat dat voor de lunch op het programma. Bij een bekend restaurant bestel ik een halve eend. Het eerste stukje vet van de borst wordt je geacht in suiker te dippen en dat smaakt best aardig, ookal is het vet en vel. Je bestelt de onderdelen (eend, pannenkoekjes, saus en groente) apart. Sommige mensen nemen het bijna kaalgesneden karkas in een zak mee. De mijne verdwijnt spoorloos, met de man mee die met witte koksjas en mondmasker op mijn eend fileert. De kop, precies doormidden gehakt, wordt op een speciaal bordje aangeboden. Een ober laat mezien hoe ik het hapje samenstel en moet eten. Gek genoeg is de herinnering van mijn eerste pekingeend (in Londen in pak ‘m beet 1990 bij Lise, een Australische die ik in Griekenland had leren kennen en waar ik mocht logeren) veel meer bijzonder dan deze eend. Maar dat kwam misschien door de setting van allemaal coole volwassenen waar ik als broekie deel van uitmaakte!

Het restaurant is een enorme vreetschuur op meerdere verdiepingen waar wachtrijen door middel van een nummertje op een tafel wachten. En dan heb ik het over meerdere overvolle wachtruimtes! In de hal kun je door een groot raam een blik werpen op de dikke eenden die klaarhangen voor de grote ovens erachter. Al met al kost het bijna 20 euro terwijl je op straat al voor zo’n 2 tot 4 euro een maaltijd hebt, dat geeft de luxe wel een beetje aan.

Tegen de tijd dat ik van Wanfujing naar het Tiananmenplein ben gelopen, diverse underpasses door om er te komen, ben ik te laat om het gebalsemde lichaam van Mao te gaan bekijken. Gezien de animo ervoor stond dat toch al laag op mijn verlanglijstje maar hij wordt maar van 8 tot 12 uur tentoongesteld dus dat feest gaat niet door, haha. En gezien de honderden meters dranghekken en de veiligheidsmaatregelen heb ik een goeie inschatting gemaakt. Onder het genot van duizenden gelijkgestemde zielen dool ik over het grote plein met de vreselijke geschiedenis. Er staan wat erg communistische beelden (groepen ‘voortstormende’ mensen enzo) en aan het Qianmen einde de grote Frontgate, bestaande uit twee poorten.

Naast rondslenteren, de hypermarkt op de hoek door speuren op zoek naar onbekend en voor ons bijzonder eten doe ik weinig meer vandaag. Door de regen is het drukkend warm dus een ontspannen dagje met wat herhaling van leuke plekjes is precies wat ik wil.

21 mei 2012 Beijing
Laatste kans… Beijing
Mijn laatste dag in China moet natuurlijk efficiënt benut worden. Het moeilijk(er) te bereiken Beihai-park staat in ieder geval op de agenda.

Bij de ingang van de metro staat het gebruikelijke ontbijtkraampje dus ik neem een grote pita gevuld met een flinterdunne kipfilet, een gebakken ei, sla, een soort chilisaus en iets onbekends. Dit kraampje is nog goedkoper dan de andere, zonder worstje betaal je 48 cent, met worstje 60. Met dit pikante ontbijt kan ik weer even verder.

Bij metro Gulou Dajie stap ik uit en dool door drukke straatjes en hutongs naar de Belltower en Drumtower. Ik kom er tegelijk aan met een paar busladingen Chinezen, wat een drukte! Bij een paar tafeltjes langs de kant van de weg staat de Mongoolse yoghurt in de warme zon op tafel. Die yoghurt wordt hier nooit gekoeld aangeboden en het is het enige ‘streetfood’ dat ik wel zou willen proberen, maar niet durf, haha.

Vanaf Gulou Dajie loop ik richting het Houhai-meer. De hutongs zijn hier echt gericht op de toeristen en verkopen allerlei hebbedingen en prullaria. De restaurantjes en cafeetjes hebben dakterrasjes en het ziet er allemaal gezellig, maar wel een beetje verlept in het daglicht, uit. Bootjes varen op de aaneengesloten meertjes, met een muzikante aan het eind van de boot die op snaarinstrument of dwarsfluit de muzikale noot verzorgt. Het is er nog bijzonder rustig, op een groep Amerikanen op de fiets na.

De taoistische Fire God Temple ligt naast het Qianhai-meer. Er lopen veel monniken rond, in witte broeken, donkere tunieken en gezwachtelde benen. Mooi om te zien. Ook hier kringelen wierookwolken richting hemel.

Nog verder loop ik langs de meertjes, tot bij Lotus Lane, een straatje met allemaal restaurantjes waarvan de terrasjes gevuld zijn met niets consumerende slapende Chinezen, de overgang naar het Beihai-meer geblokkeerd wordt door een grote drukke straat. Voor weer een kleine bijdrage (paar euro) mag je het Beihai-park in. Via smalle weggetjes, langs rotsblokken en visvijvertjes vol met wriemelende vissen loop je richting het meer waar in de geelgrijze smog de Baita White Dagoba Temple omhoog steekt: een mooie spierwitte stupa die bijna verdwijnt tegen de achtergrond. De tempel staat op een klein eilandje en ik vind het net te ver lopen. Ik zit liever even op een bankje en kijk hoe een Chinese moeder en dochter zonder resultaat proberen hun trapbootje goed om weer aan te leggen, hoe een Chineze familie op papiertjes rondom een bankje op de grond gaat zitten en het bankje langzaamaan vult met steeds meer meegebrachte etenwaren tot er een volledig banket staat. Mensen kijken is leuk!

Als ik uiteindelijk het Beihai-park verlaat, besluit ik terug te lopen naar Nan Luogu Xiang, de toeristische steeg met leuke restaurantjes. Het blijkt toch nog een hele wandeling. Op het dakterras van het Peking Hostel eet ik een lekkere noedelmaaltijd en drink mijn laatste Chinese gemberbier. Een taxi naar het hotel kost weliswaar maar zo’n 2 euro maar ik besluit de metro te nemen voor zo’n 24 cent. Nog meer lopen dus.

Ik wilde eigenlijk nog een moskee in het zuiden van Beijing bekijken, maar het is toch teveel gedoe om er te komen. Ik besluit dus de Baofang hutong, aan de andere kant van de grote straat vanaf mijn hotel maar eens te verkennen. Het is te koud voor de mannen dus in plaats van witte onderhemden hebben ze nu gewone overkleding. De oudere mensen zitten op lage krukjes voor hun courtyards te kletsen met de buren, winkeltjes met etenswaren worden afgewisseld door een fietsenmakertje, woonhuizen met enorme hoeveelheden troep tussen de tralies en de ramen gestapeld en zelfs een complete duiventil op die plek. Dat zal lekker ruiken in huis! Ik probeer via wat andere hutongs terug te komen, maar die lopen dood of worden bijzonder onaangenaam (een vuilnis-scheidings-steeg bijvoorbeeld waar zwaar vervuilde mensen door het vuil wroeten).

Terug in het hotel pak ik de koffer in. Ik heb inmiddels zoveel spul achtergelaten dat alles er makkelijk in past.

In de hutong van het hotel eet ik bij het islamitische restaurantje (waar trouwens gewoon varken op het menu staat en waar de meest verkochte drank bier is) nog een laatste warme maaltijd: een lekker pikant kipgerecht met nootjes en paprika in een stroperige saus en een salade van roergebakken musterd leaf met wortel en ragfijne pepers. Een half uur voor op planning sta ik gedoucht en in Robijnfrisse kleren aan de straat om een taxi te vinden. Ook dat verloopt voorspoedig en zelfs het verkeer werkt mee zodat ik ruim op tijd op de luchthaven ben.

China was even wennen: het dood-restaureren van elke bezienswaardigheid, elke bezienswaardigheid omtoveren tot een pretpark, het gerochel en neusgepeuter en het feit dat het eten me niet aansprak. China is zeker niet mijn favoriete bestemming in Azië maar het was wel weer een heel interessante en bijzondere trip!


 

 

Hotels:

Shanghai: FX Hotel at Nanjing East Road, 257, Fuzhou Road, Huangpu
+862161508800, shanghaibund@fxhotels.com
ca. € 29,= per nacht voor single use double room met eigen douche/toilet, aircon, gratis wifi.
Goede locatie, beetje schizofreen hotel maar wel aan te raden voor ligging.

Xi’an: Han Tang House, 32 Nan Chang Xiang
+81-29-87389765 hantanghostel@163.com
ca. 18 euro per nacht voor single kamer, eigen douche/toilet, aircon gratis wifi in café.
Erg mooi en nieuw hotel, goede service, lekker (maar prijzig) eten, kamer relatief klein, geweldig goed bed.

Pingyao: Harmony Guesthous 165 NanDaJie
86-354-5684952 harmonyguesthouse@asia.com
ca. 14 euro voor 2 persoonskamer met (oude) eigen douche/toilet in oude gebouw (nieuwer gebouw 2 straten verderop is luxer en duurder)
Kamer beetje basic (geen bovenlaken, oude badkamer), restaurantje is goed, leuke tours (aanrader i.v.m. afstanden rondom Pingyao)

Beijing: 161 Hostel, 161 Lishi Hutong, Dongsinandajie, Dongcheng
+861085118100 hostel161@yahoo.cn
ca. 24 euro per nacht, single use double room met eigen douche/toilet, aircon, gratis wifi in lobby
Nette simpele kamers, goede voorzieningen, cafeetje met beperkte keuze. Goede ligging t.o.v. metro voor toegang tot hele stad. Aanrader.

Nachttreinen:

Om nachttreinen te kunnen boeken moet je óf bij een ticket office in de stad je kaartje kopen of aan het loket op een station. Je moet je paspoort laten zien. Bij voorkeur schrijf je je wensen al uit met treinnummers, datum, vertrektijden, departure en arrival station want er wordt weinig Engels gesproken op de treinstations.

Shanghai – Xi’an
night train: Z92/Z93 (d) 19.10 (a) 09.21
CNY 513 soft sleeper

Xi’an – Pingyao
night train: 2670 (d) 20.46 (a) 06.01
CNY 213 soft sleeper

Pingyao – Beijing
night train: K604 (d) 18.47 (a) 06.28 appr.
CNY 261