Vanochtend in de bus op weg naar Lake Sevan (in de zomer een grote trekpleister voor Armeniërs en toeristen) was het uitzicht zo’n 200 meter oftewel nihil, nul, niks dan grijze witte mist boven een wit landschap.
Maar terwijl we langzaam van zo’n 1000 meter naar zo’n 1900 meter stegen kwam het zonnetje op en blonk en schitterde de sneeuw op de rotsblokken je tegemoet.
Op het schiereiland ligt Sevanavank, een heel erg oude kerk die na de Sovjettijd weer in gebruik is genomen. Een stevige klim (ik voel die longontsteking nog steeds) omhoog door snijdend koude wind over het enorme meer. Maar het uitzicht is de moeite waard. Niet alleen is de kerk erg mooi, het uitzicht over de besneeuwde toppen rondom het meer, de bovenkanten net niet gehuld in dikke witte mist, is ook geweldig. De sneeuw ligt hier in een veel dikker pak dan in Yerevan dus mijn thermo-onderbroekje, fleece en winterjas zijn geen overkill.
Daarna door naar Noratus, een begraafplaats in een klein dorpje dat vol ligt met grafstenen met bijzondere inscripties die allemaal een lang verhaal vertellen. Een oud vrouwtje komt naar boven geklommen en kent 2 woorden: photo en money. Ze is te leuk (oud, verweerd, bloemig hoofddoekje) om te weerstaan en blijkbaar geef ik haar zoveel geld dat ik zegeningen krijg want ze haalt iets uit de lucht en wuift dat op mij (of ze verwenst me, haha).
Alle toiletten (en restaurantjes) zijn gesloten dus ik mag bij een mevrouw naar de wc. Een klim de steile bergwand af op ijzige blokken steen en ik kom bij ‘een buiten’. Een wc buiten in de ijzige kou met een krakkemikkige deur met kieren, een zwart onwelriekend gat, geen water, geen wc papier. Een hele klus met 6 lagen kleren en geldriem, camera etc. die niets mogen raken, haha. Ik mag mijn handen in huis wassen dus krijg een snelle blik op haar kleine, bloedhete huiskamer met jonge man en jonge vrouw die zich suf schrikken van een vreemde in hun kleine kamertje. Geweldig!
De volgende halte is Hayravank. Een kerk die niet meer in gebruik is maar die ook op een schitterende plek ligt. Voor de deur ligt een plas helderrood bloed in de witte sneeuw. Ongelovige praktijken, net als de struiken vol met kleurige reepjes stof die de kerk eigenlijk niet toe wil staan.
Onderweg naar de volgende stop wijst de gids (ik, chauffeur, gids en een Spaanse Duitser) op de honderden zo niet duizenden onafgebouwde huizen. Uit de Sovjettijd en niemand heeft geld om ze af te bouwen. En ze kunnen de huizen goed gebruiken. Op best veel plekken zie je nog containerhuizen (soort vrachtcontainer als caravan) waar mensen al vanaf de aardbeving in 1988 in wonen, getuige de rook die uit de schoorstenen komt.
Armoede is erg, maar armoede in de kou is extra schrijnend, op de een of andere manier. En armoede kennen ze hier echt nog!
Dan komen we bij het huis van een lerares: ze heeft voor ons een maaltijd gekookt. Ik ben daar altijd megahuiverig voor: te toeristisch, teveel verplichtingen. Maar hier superleuk!
De vrouw met harige pukkel, uiteraard, heeft zalig gekookt. Allereerst een yoghurtsoep met granen erin. Best te eten! Dan zaaaalige kipdrumsticks in een dikke saus, aardappels uit eigen tuin, verse tomaat (met smaakexplosie), lavash (Armeens platbrood), zelfgemaakte pruimensap en later idem bessensap, kaas waar je mondspieren van samentrekken… noem maar op. Afgerond met thijmthee. Ook lekker, geloof het of niet.
Het huis vertoont meerdere enorme barsten, heeft nog meubels en behang van 50 jaar geleden, een onafgewerkt betonnen badkamer maar wel een 82 cm flatscreen tv.
Buikje vol, 1,5 uur rijden naar Geghard, een kerk die uit een rots is gehouwen. De omgeving is zo mogelijk nog mooier: enorme bergen met ravijnen waar we op de gladde wegen erg dicht langsrijden. Witte besneeuwde toppen en een dikke laag sneeuw. Overal armoedige dorpen, mensen die langs de oneindige wegen lopen, vrouwen in 6 lagen kleren Russia style, zeg maar. Mooi! En we vallen midden in de doop (van een volwassene) en delen in de uitgedeelde chocolaatjes. Super!
Als laatste bezoeken we de Garni tempel. Het wordt al donker buiten maar deze atheïstische tempel is toch de laatste halte. Door de Sovjets met rust gelaten omdat het geen religieuze tempel was en na een zoveelste aardbeving vrij lomp gerestaureerd. Bizar in zijn Grieks-Romeinse vormgeving op een klif in Armenië.
En 10 uur na vertrek ben ik uitgewaaid, doorrookt van de houtkachelrook die overal hangt en moe van alle indrukken weer terug bij de hostel.
Een ding heb ik alleen wel ingezien: door dit winterse weer kan ik absoluut niet naar het zuiden want de terugweg omhoog is te besneeuwd om ‘t veilig te doen (laat ik vertellen door mijn vrouwelijk gids die echt absurd veel weet). En ik geloof haar meteen, de condities van de weg vandaag in ogenschouw nemend. Geen goed plan. Dus iets meer doen in Yerevan, iets minder er buiten.
Maar deze geweldige dag heb ik binnen! Super!